We zijn allemaal de kluts kwijt, zo lijkt het. De economische, financiële en bancaire perikelen en onheilstijdingen die de krantenkoppen, nieuwsbulletins en nieuwssites de afgelopen twee jaar bijna dagelijks hebben gevuld (en nog steeds vullen) hebben een waar slagveld achtergelaten. En niet eens zozeer in de portemonnee van de Nederlander, maar vooral in zijn hoofd. Surf naar een willekeurige nieuwssite, sla een krant open of zet RTL Z aan en de analyses, voorspellingen en beschouwingen vliegen je om de oren. Analyses, voorspellingen en beschouwingen die allemaal iets anders zeggen. `2010 wordt het jaar van het herstel`, riepen we met zijn allen vorig jaar. `Het herstel zal in de tweede helft van het jaar weer afvlakken. Pas op voor een dubbele dip`, hoorden we later. En nu vinden de meeste deskundigen een dubbele dip weer `zeer onwaarschijnlijk`.

Waar zijn we financieel-economisch aan toe? Die vraag lijkt, bewust of onbewust, te leven bij een groot aantal Nederlanders. Een makkelijk gestelde vraag, die ontzettend lastig te beantwoorden is. Laten we de kranten van dinsdag 21 september er eens bij pakken. Volgens het FD zal de koopkracht volgend jaar 0,25 procent lager uitvallen. Het FD baseert zich daarbij op berekeningen van het Centraal Planbureau. Vorige week echter meldde RTL Nieuws nog, op basis van de Macro Economische Verkenningen van het Centraal Planbureau, dat de koopkracht in 2011 redelijk op peil zou blijven. De Volkskrant schrijft dat het consumentenvertrouwen de afgelopen maand is gedaald. De ondervraagde Nederlanders zagen hun financiële situatie voor het komende jaar een stuk minder rooskleurig in dan een maand geleden en gaven aan grote aankopen liever uit te stellen tot betere tijden. Senne Jansen van het Centraal Bureau voor de Statistiek vindt dat dalende consumentenvertrouwen opvallend, gezien de achtergrond van een aantrekkende economie en dalende werkloosheid. Jansen denkt dat de Nederlander langzamerhand niet meer weet waar hij aan toe is. `In 2009 zag je dat het vertrouwen gelijk opging met de aantrekkende economie, maar de afgelopen maanden wordt de consument heen en weer geslingerd tussen positieve en negatieve berichtgeving`, aldus Jansen in de Volkskrant.

Wellicht is het consumentenvertrouwen wel niet zo`n handige methode om de koopbereidheid van de consument te meten. Het consumentenvertrouwen, zoals dat wordt berekenend door het Centraal Bureau voor de Statistiek, is `een som van twee componenten`, zo legt economisch psycholoog Fred van Raaij van de Universiteit van Tilburg uit in de Volkskrant. Enerzijds is er het algemene oordeel over het economische klimaat. Anderzijds is er de eigen koopbereidheid. `Als het om vertrouwen in de economie gaat, is er vaak sprake van een zekere schizofrenie. Mensen zijn veel negatiever over de situatie van de economie in het algemeen dan over de situatie in hun eigen portemonnee. Ze handhaven graag een vorm van persoonlijk optimisme.` Volgens Van Raaij leidt het ertoe dat de koopbereidheid waarschijnlijk groter is dan de cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek doen vermoeden. Of zoals de 27-jarige Ali het in de Volkskrant verwoordt: `De economie, daar wordt altijd over gezeurd op tv. Daar trek ik me niks van aan, weet je. Ik heb een bank nodig. Ik heb geld, dus ik koop een bank.`

Zijn er dan helemaal geen cijfers die een ander licht op koopbereidheid kunnen werpen? Wellicht kan de CityTraffic Index van CityTraffic nieuw licht op de zaak werpen. Deze CityTraffic Index geeft de drukte (in termen van aantal bezoekers) in een representatief mandje van Nederlandse winkelcentra weer. Week in, week uit, meet CityTraffic het aantal bezoekers in een groot aantal winkelcentra in ons land en bundelt CityTraffic deze gegevens in de CityTraffic Index. Aangezien CityTraffic beschikt over data vanaf het jaar 2007, kunnen we een goede trendanalyse maken van de drukte in de winkelcentra en kunnen we bovendien de drukte in verschillende jaren met elkaar vergelijken. Wanneer we 2007 als zogenaamd `basisjaar` nemen, zien we dat er in 2008 nog nauwelijks een vuiltje aan de lucht was. De drukte in de winkelcentra in dat jaar (het jaar waarin de financiële crisis in het najaar in alle hevigheid losbarstte) week nauwelijks af van de drukte in 2007; de daling bedroeg slechts 0,6 procent. Hoe anders was de situatie in 2009…De eerste vier maanden van dat jaar was de daling in bezoekersaantallen nog te overzien, maar vanaf week 15 daalden de bezoekersaantallen scherp en bleef het drukteniveau eigenlijk continue onder de drukte in 2007 en 2008. Uiteindelijk daalde het aantal passanten in de winkelcentra in 2009 met 5,6 procent ten opzichte van 2008 en liefst 6,2 procent ten opzichte van 2007. Een forse daling. 2010 echter geeft een voorzichtig herstel (of liever: stabilisatie) te zien. Grote dalingen blijven dit jaar achterwege. In de eerste 36 weken van dit jaar, was het in 16 weken drukker dan in dezelfde week in 2009. Van de laatste 6 weken waren er zelfs 5 drukker dan dezelfde week vorig jaar. Een voorzichtig herstel van de bezoekersaantallen, zo kan een snelle eerste conclusie luiden. Of dat de opmaat is voor een verder herstel van de bezoekersaantallen in de winkelcentra is nog onvoldoende hard te maken. En laten we niet te hard van stapel lopen. De weg terug naar het niveau van 2007 is nog lang; dit jaar waren slechts 3 weken drukker dan dezelfde week in 2007.

Wilt u meer weten over de ontwikkeling van de drukte in de winkelcentra? Wilt u inzicht in de passantenaantallen in vele tientallen (winkel)steden in ons land? Of heeft u een andere vraag over druktepatronen in steden en winkelcentra? Kijk dan op www.citytraffic.nl voor meer informatie.

Hans van Scheerdijk