Bron: Platform 31 – 28 oktober
Hoe en waar winkelen consumenten in 2025? De afgelopen jaren zijn we anders gaan winkelen. Ondernemers, van winkelier tot vastgoedeigenaar, hebben te maken met trends en ontwikkelingen. Wat voor effect hebben die ontwikkelingen op de winkelgebieden in de Leidse regio? Hoe kan de retail hier worden versterkt? Antwoorden op deze en andere vragen staan in de Retailvisie Leidse regio. Ondernemers en overheden uit Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude werkten samen aan een toekomstplan voor hun winkelgebieden. Hoe komt zo’n visie met zes gemeenten en honderden ondernemers tot stand? Wat zijn de lessons learned?
Retailvisie schaal Leidse regio

Samenwerken

De gemeenten Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude geloven dat één regionale visie op retail effectiever is dan het uitwerken van een visie afzonderlijk per gemeente. Winkelend publiek houdt zich immers niet aan gemeentegrenzen. De Retailvisie wordt in opdracht van Economie071 opgesteld. Dit is een samenwerkingsverband van gemeenten, onderwijsinstellingen en ondernemers uit Katwijk, Oegstgeest, Leiden, Leiderdorp, Voorschoten en Zoeterwoude die de regionale economie verder wil versterken.

Robert Strijk, voorzitter Stuurgroep Economie071 en wethouder Economie in Leiden: “Uniek aan deze visie is dat we met elkaar in staat zijn om letterlijk over gemeentegrenzen heen te stappen en samen met ondernemers te kijken naar wat goed is voor onze regionale economie. In de visie stellen we de consument centraal en kiezen we voor het beperken van het aantal winkelgebieden binnen de regionale hoofdstructuur. Dat geeft heldere richtlijnen voor ondernemers om keuzes te maken voor de toekomst voor hun bedrijf of winkel. En voor gemeenten om afspraken te maken over lokale en regionale investeringen.”

De meest kennisintensieve regio van Nederland

Binnen een ranglijst van 46 regio’s in Nederland heeft de Leidse regio de hoogste bevolkingsdichtheid en is het de meest kennisintensieve regio van Nederland. Zowel gemeten naar het gemiddeld opleidingsniveau van de werknemers bij bedrijven en instellingen als naar het gemiddeld opleidingsniveau van de woonachtige beroepsbevolking neemt de regio de nummer één positie in. De ligging in de Randstad, dichtbij Schiphol, creëert welvaart en een aantrekkelijke woon- en leefmilieu. Dit maakt de Leidse regio een aantrekkelijk voor ondernemers. Vooral de topsector uit het rijksbeleid ‘Life sciences’ is relatief sterk vertegenwoordigd.

Onderzoek als basis

Inge Nieuwenhuizen, expertlid Retailvisie, lid van de stuurgroep Economie071 en wethouder Economie Voorschoten: “De regionale visie is onderbouwd met feiten en cijfers. Onderzoek gaf ons inzicht in welke kant we op moesten met elkaar en werd de basis waarop we de gesprekken met ondernemers over hun keuzes voerden.”

Sander Kanselaar, projectleider Retailvisie vanuit Economie071, licht de analyse toe die ten grondslag ligt aan de Retailvisie: “In de Leidse regio zijn 41 winkelgebieden door een extern retailbureau Retail Management Center (RMC) onderzocht op aanbod en kwaliteit. Dertig winkelgebieden zijn opgenomen in de detailhandelsstructuur 2025 (vijf recreatieve winkelgebieden, 21 boodschappen winkelgebieden en vier doelgerichte winkelgebieden). De overige gebieden liggen meer in de periferie van een gemeente of een specifieke wijk.” Huib Lubbers, directeur van RMC: “Uit het onderzoek bleek dat de Leidse regio een overschot aan vierkante meters winkeloppervlakte heeft, dat het aanbod kwalitatief beter kan en dat het aanbod regionaal beter op elkaar afgestemd kan worden. Vooral de hoofdwinkelgebieden hebben behoefte aan meer aanbod in de niet-dagelijkse goederen, waardoor de recreatieve functie stijgt. Daar tegenover staan de met name grote wijkwinkelcentra die het goed doen. Dat aanbod past goed bij de behoeften van de consumenten.”

Retailvisie schaal Leidse regio 1
Het onderzoek is uitgebreid besproken in diverse bijeenkomsten waaraan politici, ondernemers en andere betrokkenen deelnamen. Klik hier voor een film waar ondernemers aan het woord zijn.

Netwerken

Erwin Roodhart, expertlid Retailvisie en Centrummanager Leiden, ziet ook op regionaal niveau een belangrijk resultaat van het proces: “Onze werkzaamheden zijn gericht op het aantrekkelijk, bruisend en economisch vitaal houden van de Leidse binnenstad. In ons handelen staat de consument centraal en die denkt en handelt grensoverschrijdend. Ook in deze visie staat de consument centraal en daar ligt de basis voor de samenwerking om de consument te verleiden om meer en vaker diverse gebieden te bezoeken en meer te besteden. Gezamenlijk hebben we een fantastisch en divers aanbod van winkels, restaurants, zee, strand, grachten en culturele instellingen.”

Vooruitblik

Tot eind 2015 worden de reacties op de regionale Retailvisie verwerkt. Daarnaast werken gemeenten en ondernemers gezamenlijk aan een regionaal actieprogramma. Hierin staat bijvoorbeeld dat we actief aan de slag gaan met de winkelgebieden die niet tot de winkelstructuur 2025 horen. Welk nieuw perspectief ligt er voor hen? En voor diverse winkelgebieden kijken we hoe ze onderling meer kunnen samenwerken.

De Retailvisie in het kort

We stellen de consument centraal
We zien dat de hedendaagse consument bepaalt waar, wanneer en hoe hij zijn producten koopt. De retailmarkt is dus veranderd van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte markt. Dat vergt een wezenlijke verandering in ons denken. In plaats van de oude opdeling in omvang van winkelcentra, gaan we in onze visie uit van drie verschillende winkelmotieven met bijbehorende winkelcentra: recreatief, boodschappen en doelgerichte winkelcentra. Diverse onderzoeken geven deze driedeling in aankoopmotieven aan, maar voor zover wij weten is de Leidse regio de eerste waar dit toegepast wordt op het niveau van een retailvisie.

Verruim mogelijkheden op PDV-locaties
Redenerend vanuit het aankoopmotief is de onderlinge concurrentie tussen de aankoopmotieven –
en daarmee de aankooplocaties – in winkelgebieden waar doelgericht (ook wel PDV-locaties genoemd) of recreatief wordt gewinkeld gering. Een consument bezoekt om een andere reden een woonboulevard dan een binnenstad. Dat leidt er toe dat de Leidse regio de beperking van detailhandelsbranchering op PDV-locaties verruimt.

Werk samen
De gemeenten binnen de Leidse regio zijn ervan overtuigd dat je alleen sterker kan worden als winkelier, vastgoedeigenaar en gemeente samenwerken. Samen willen we de sterke winkelcentra sterker maken. Lubbers: “Binnen de G32 is er onderzoek gedaan door Platform31 en alleen in Leiden pakt men dit gemeenschappelijk met de regio op.”

We maken scherpe keuzes
Vanuit het besef dat er te veel meters retail zijn hebben we scherpe keuzes gemaakt. Niet alle winkelcentra behoren in onze visie tot de nieuwe detailhandelsstructuur. Overheden hebben wel een plicht om zorgvuldig om te gaan met de winkelcentra die buiten de hoofdstructuur vallen. Met deze gebieden gaan we samen werken aan een andere toekomst.

De nieuwe versie van de Retailvisie wordt samen met het actieprogramma begin 2016 aan alle zes de gemeenteraden tegelijkertijd voorgelegd. De nieuwe Retailvisie zal daarna het regionale en lokale toetsingskader zijn voor de retail in de Leidse regio.

Lessen uit de praktijk

1. Het proces is even belangrijk als de uitkomst
Kanselaar: “Het proces van de Retailvisie heeft ons geleerd dat er veel afstemming met gemeenten (bestuurders en beleidsmedewerkers), ondernemers en raadsleden nodig is om op één lijn te komen qua aanpak en inhoud rondom beleidsvorming. Het proces is daarbij even belangrijk als de uitkomst. Verschillende bestuurlijke omgevingen ontmoeten elkaar in dit proces en dat vraagt tijd en overleg. Ik raad aan om met een werkgroep te werken, bestaande uit een beleidsmedewerker per gemeente én een vertegenwoordiger vanuit de ondernemers. Daarnaast zijn twee expertleden, een wethouder en een vertegenwoordiger van ondernemers betrokken in de voorbereiding.” Naast de overleggen tussen de betrokkenen binnen de regio voert de Leidse regio ook gesprekken met andere partijen. Kanselaar: “We hadden diverse overleggen met de provincie en blijken veel uitgangspunten te delen. Over bijvoorbeeld de brancheverruiming op PDV-locaties verschillen we van mening. Hierover moeten we het gesprek met de provincie blijven voeren.”

2. Regionaal actieprogramma is volgende stap
De projectleider raadt aan om na een visie ook regionale acties op te stellen. Kanselaar: “Met een visie alleen ben je er niet. Een regionaal actieprogramma is onmisbaar om gericht verder slagen te kunnen maken.”

3. Ondernemers bereiken is lastig
In de praktijk bleek het lastig om alle ondernemers te bereiken. Zij zijn primair bezig met hun zaak. Naast de uitnodigingen via ondernemersverenigingen kregen alle ondernemers ook een uitnodiging per post. Voorafgaande aan een bijeenkomst werd een oproep in de media gedaan. Kanselaar: “We hebben ondernemers ook persoonlijk nagebeld. Het is het verstandig om in zo’n proces, waarin de samenwerking met ondernemers centraal staat, uitvoerig aandacht te besteden aan het uitnodigen van alle ondernemers.”

4. Omgaan met verschillen tussen ondernemers
Sommige ondernemers keken vóór de regionale visie vooral naar lokale ontwikkelingen. Regionaal denken was nieuw voor hen. De verschillen tussen ondernemers vormden een andere uitdaging. Kanselaar: “Ondernemers kun je niet over een kam scheren. Zo hebben de woonboulevards (PDV-locaties) andere zorgen en zien zij de oplossing niet direct in de vorm van een regionale visie. Juist dan moet je naar elkaar blijven luisteren en contact houden. Ondertussen moet je ook keuzes maken om verder te komen. Dat is een spanningsveld waar we elke dag in zitten.”

Tips

  • Plan je proces ruim in. Goed samenwerken vraagt tijd en inzet;
  • Zorg voor veel afstemmingsmomenten op verschillende niveaus. Neem raadsleden tussentijds mee en nodig hen uit voor de bijeenkomsten van ondernemers, dan horen ze uit eerste hand wat er speelt;
  • Een regionale werkgroep met uit elke gemeente één beleidsmedewerker zorgt voor een slagvaardig proces;
  • Voeg twee expertleden (bestuurder en ondernemer) toe aan de werkgroep. Zij kunnen bij knelpunten gericht meedenken en snel hun achterban raadplegen;
  • Betrek vastgoedeigenaren in een vroeg stadium bij het proces;
  • Een feitelijk rapport geeft inzicht en is de basis voor een dialoog;
  • Kies wisselende locaties in de regio om bijeenkomsten te organiseren.

Door: Sander Kanselaar (projectleider Retailvisie)