Bregje Lampe, Parool

Het 275-jarige jubileum van Metz & Co komt eraan en dat wil directeur Gerard Koolbergen graag in stijl vieren. In een nieuwe winkel, op een nieuwe locatie en met een nieuw concept. Hij geeft toe dat de glans er in het huidige warenhuis wel van af is en dat de winkel al lang niet meer zo avant-gardistisch is als een jaar of twintig geleden.

Bovendien: “Het is niet realistisch om coûte que coûte een pand van ruim tweeduizend vierkante meter te willen bezetten. Als warenhuis moeten we anticiperen op ontwikkelingen in de mode-industrie en ons bezinnen op onze positie.”

Koolbergen ontkent dat Metz & Co in de problemen zit. Het warenhuis heeft al jaren een negatief eigen vermogen, maar doordat de firma ook eigenaar is van zowel het kapitale winkelpand waarin het nu nog zetelt als van het pand verderop in de straat, is het totale resultaat nog altijd positief. “Met deze zet willen we mogelijke problemen juist voor zijn,” zegt Koolbergen.

“Metz & Co is een klassieke formule in een segment waarin best geld te verdienen valt. Maar in dat segment, aan de bovenkant van de markt, is alleen geld te verdienen met formules die nadrukkelijk onderscheidend zijn. En op dit moment is Metz & Co niet onderscheidend genoeg, zegt Huib Lubbers, directeur van Retail Management Centre, die zich bezighoudt met het ontwikkelen, leiden en exploiteren van winkelformules. “De meeste merken die ze verkopen, zijn ook op andere plekken in de stad te krijgen. Het lijkt me heel verstandig dat Metz & Co eens kritisch naar de eigen identiteit kijkt.”

De recentste ontwikkeling die Metz & Co op dit moment parten speelt, is dat steeds meer luxemerken tegenwoordig voor hun eigen distributiekanalen kiezen, zodat ze een veel grotere marge ontvangen en de klant een optimale ‘merkbeleving’ kunnen garanderen.

Neem Burberry. Metz & Co was één van de eerste winkels in de stad die het Britse label inkocht. Maar inmiddels heeft Burberry een shop in shop in de Bijenkorf en een grote winkel in de PC Hooft en moet Metz & Co op zoek naar nieuwe labels om klanten te trekken.

Overigens blijft Burberry voorlopig in het assortiment, maar de nieuwe aanpak van Metz & Co richt zich op nieuwe designers, merken en ideeën. “Precies zoals we altijd al hebben gedaan met namen als Gerrit Rietveld en Sonia Delauny,” aldus Koolbergen.

Het vernieuwde Metz & Co begint medio april met een vloeroppervlak van 700 vierkante meter. Dat is een stuk minder dan de tweeduizend vierkante meter die het warenhuis nu bezet. Geen probleem, vindt Koolbergen. Met de nieuwe strategie zet Metz in op scherpere keuzes. Het gaat niet zozeer om meer, het gaat om beter. “Kopen wordt steeds meer een vorm van entertainment. Met de nieuwe winkel spelen we daarop in,” zegt Koolbergen. Het serviesgoed en de lunchroom gaan eruit, terwijl modemerken als Hugo Boss, Valentino en Moncler blijven. En er is plaats voor nieuwe labels.

Aan ambitie geen gebrek. Het is de bedoeling dat de nieuwe winkel een ‘inspiratiebron’ wordt. Als voorbeelden van de nieuwe strategie noemt Koolbergen het toonaangevende warenhuis Le Bon Marché en de nieuwste winkel van Hermès in Parijs. Twee superluxe winkels die zich concentreren op exclusieve ontwerpen.

Eigenlijk liep het huurcontract dat InWear en Matinique hadden voor het pand waarnaar Metz verhuist tot 2016. Maar de plannen voor het vernieuwde Metz raakten in een stroomversnelling nadat het concern werd geconfronteerd met InWear, dat zijn contract wilde overdoen aan de Deense modeketen Bestseller.

Bestseller beheert labels als Only, Vero Moda en Vila, die allemaal winkels in de Kalverstraat hebben. Wettelijk bestaat de mogelijkheid dat een onderneming zijn huurcontract zonder noemenswaardige tussenkomst van de verhuurder kan overdoen aan een collega in dezelfde branche.

Metz besloot het huurcontract vervroegd over te nemen om te voorkomen dat een ander label in het pand zou neerstrijken.

Met andere woorden: Metz wil voorkomen dat ‘de Kalverstraat oprukt naar de Leidsestraat’. “Wij zijn ervan overtuigd dat we met deze stap een belangrijke bijdrage leveren aan de diversiteit van het winkelaanbod in Amsterdam,” zegt Koolbergen, die hecht aan een hoogwaardig winkelaanbod in de Leidsestraat.

Spraakmakend, maar steeds minder bijzondere spullen

Metz & Co begon in 1740 toen de uit het Franse Metz afkomstige Joodse stoffenhandelaar Mozes Samuels in Amsterdam een groothandel in luxestoffen begon. Het eerste grote succes kwam toen Metz & Co onder leiding van Joseph de Leeuw, telg uit een bekende Joodse textielfamilie die ooit begonnen met een winkel in de Anthoniebreestraat, in 1902 de groothandel ophief en de exclusieve vertegenwoordiging van Libertystoffen in Nederland kreeg.

Onder leiding van vader Joseph en later zijn zoon Henk de Leeuw gold Metz & Co als een toonaangevend warenhuis, dat een belangrijke rol speelde bij de introductie van nieuwe ontwerpers uit het buitenland. Er werden vaak tentoonstellingen over een bepaald thema of werk van een bepaalde ontwerper georganiseerd.

Architect en meubelmaker Gerrit Rietveld drukte zijn stempel op het warenhuis in de vorm van de koepel op de bovenste etage, schilderes Sonia Delauny tekende voor de stofontwerpen en schilder Bart van der Leck leverde de vloerkleden.

Omdat geen van zijn kinderen de zaak wilde overnemen, verkocht Henk de Leeuw Metz & Co in 1973 aan Liberty. De leiding van Liberty, die in Londen zetelde, verwaarloosde het bedrijf nogal, waardoor in de ooit zo spraakmakende winkel steeds minder bijzondere spullen te vinden waren.

In 1988 besloot Liberty Metz & Co te verkopen. Even zag het ernaar uit dat de naam daardoor zou verdwijnen. De onderhandelingen met een andere koper waren al vergevorderd, toen de Domus Groupe lucht kreeg van de verkoop. De Domus Groupe, bestaande uit voornamelijk in Frankrijk en Zwitserland wonende beleggers die vooral investeren in onroerend goed, wist het bedrijf alsnog te bemachtigen. Onder leiding van Gerard Koolbergen werd de focus vervolgens verlegd van woonwarenhuis naar designermode en accessoires.