ron: Trouw – 8 januari 2016

Om 23.00 uur nog snel een leuk blousje scoren bij de Forever21 voor het uitgaan. Of na een avonddienst even speuren in de winkelrekken van de H&M of Zara. In steden als Shanghai en New York is het mogelijk. En als het aan de gemeente Amsterdam ligt, gebeurt het komend voorjaar ook in de hoofdstad. Maar het is de vraag of klanten daar behoefte aan hebben.

Fractievoorzitters Marja Ruigrok (VVD) en Jan Paternotte (D66) kwamen vorig jaar al op het idee. Ondernemers moesten af van de strikte openingstijden van acht uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds, vonden ze. Die waren niet van deze tijd, pasten ook niet bij een wereldstad als Amsterdam. Daarnaast gingen de wetsbeperkingen voorbij aan de voordelen voor de stad, zoals meer werkgelegenheid en een veiliger gevoel. Paternotte: “Drukke gezinnen met twee werkende ouders en alleenstaanden met lange werkdagen hebben die flexibiliteit nodig. Hetzelfde geldt voor de nachtportier, de arts met late dienst of de bouwvakker die voor zonsopgang begint.”

De gemeenteraad gaf hem gelijk. Komend voorjaar gaat er in de binnenstad van Amsterdam een tweejarige pilot van start. Uitgezonderd van het Wallengebied, horecagelegenheden en wandelgebieden mogen ondernemers in het centrum zelf hun openingstijden bepalen. Maar of ondernemers er meteen gebruik van zullen maken, is de vraag. Tot nu toe heeft alleen schoenenwinkel Betsy Palmer aan het Rokin aangegeven een uur langer open te willen blijven, zegt de woordvoerder van Paternotte. Saillant detail: dat is van zes tot zeven uur, en daarmee nog steeds binnen de openingstijden van de oorspronkelijke wet.

Huib Lubbers:  “In Leiden experimenteerde de V&D een paar jaar geleden met langere openingstijden. De laatste twee uur kon je er een kanon afschieten, zo rustig was het” 

‘Wij hebben geen plannen’
En ook de Amerikaanse kledingketen Forever 21 in de Kalverstraat heeft geen plannen om net als in New York tot twee uur ’s nachts de deuren te openen, zegt financieel manager Annemarie Noordland. “We hebben met een sluiting van negen uur ’s avonds al verruimde openingstijden. En op basis van interne analyses verwachten we niet dat het winkelend publiek in de avonduren zal toenemen. We zien juist dat er dan een significante vermindering optreedt.”

Ook H&M en de Bijenkorf neigen naar een voorlopige nee. Een woordvoerder van de Bijenkorf legt uit: “Er zijn maar twee dagen in het jaar dat we niet open zijn: Eerste Kerstdag en Koningsdag. En momenteel hebben we geen plannen om nog meer te verruimen. De vraag is ook: wil het publiek dat?”

Precies dat vraagt Noordland zich ook af. Dat haar Forever21 in New York wel tot in de kleine uurtjes open is, heeft vooral  te maken met de 24-7 economie in de stad. Die mentaliteit van ’s avonds shoppen is, ondanks de gezinnen met tweeverdieners, in Nederland niet ingeburgerd. Retaildeskundige Huib Lubbers herkent zich in het beeld. “In Leiden experimenteerde de V&D een paar jaar geleden met langere openingstijden. De laatste twee uur kon je er een kanon afschieten, zo rustig was het.”

Ons winkelgedrag verandert
Toch juicht hij de pilot in Amsterdam toe. Er zou geen wet moeten zijn die ondernemers vertelt wat ze wel en niet mogen doen, vindt de directeur van het Retail Management Center. En deze pilot is een goede manier voor winkeliers om te reageren op het online shoppen, wat wel 24-7 kan gebeuren. Maar, verwacht Lubbers ook, het zijn vooral de supermarkten die gebruik zullen maken van deze regeling. Voor de niet-dagelijkse artikelen gaan mensen ’s avonds niet zo snel de deur uit. Met als mogelijk gevolg voor winkeliers dat de hogere personeelskosten de omzet drukken.

Kunnen we de nachtelijke wandeling naar de kleding- en schoenenzaken dan compleet vergeten? Niet per se, zegt Lubbers. “Nederlanders zijn de afgelopen jaren steeds later gaan shoppen. We winkelen gerichter en combineren het funshoppen met een bezoek aan een museum, de film, of een avondje uit eten. Om ook de niet-dagelijkse artikelen ’s avonds na tien uur aantrekkelijk te maken zullen ook andere voorzieningen langer open moeten blijven.”

Door: Jeannine Julen